Toekomstindustrie

Ik weet niet hoe het met jullie zit, maar ik kan geen LinkedIn post over generatieve AI meer zien. Het is niet dat ik het niet leuk vind hoor… -dat je een guitig zinnetje tikt en dat dan een slimme computer een prachtige tekst, een schitterend plaatje of een geloofwaardig filmpje kan uitspugen. Het is meer dat ik het niet trek hoe mensen reageren op deze nieuwe mogelijkheden.

Nieuw technologieën, waar knappe dingen mee kunnen, maken altijd een legertje van cynici,  experts, “experts”, duiders en ondernemende geesten wakker, met een breed gevolg van ander klapvee. Mensen die opstaan, het technews bij het ontbijt doornemen, en snappen dat ‘het speelveld’ veranderd is. Voorgoed. Dat ze zich maar beter kunnen positioneren ten opzichte van de nieuwe werkelijkheid die door deze technologie gaat ontstaan. Het zijn typisch ook mensen die zich graag roeren op sociale media en mensen die me blij maken dat ik de overgang van Twitter naar X aan me voorbij heb laten gaan.

Het geheel doet me denken aan een boekje van Rein de Wilde dat misschien door te weinig mensen, zeker te weinig van déze mensen, gelezen is. ‘De Voorspellers’ heet het; ‘Een kritiek op de toekomstindustrie’. Het gaat over hoe nieuwe technologieën steeds aanleiding zijn tot verhalen over hoe deze technologieën ons gaan beïnvloeden, wat er klopt aan deze verhalen, maar vooral ook wat er niet aan klopt. Over hoe dit soort verhalen meer gestuurd worden door welke toekomstbeelden voldoen aan maatschappelijke behoeften: welke verhalen ‘verkopen’, dan door wat realistisch gezien verwacht mag worden van nieuwe technologie.

Onze fascinatie voor de toekomst is sowieso al erg groot, maar zodra er nieuwe technologie in het spel komt die ons toch al luxe Westerse leventje nòg iets comfortabeler lijkt te gaan maken, gaan we met zijn allen helemaal aan. De vraag naar voorspellingen, trendrapporten en scenariostudies valt niet meer bij te benen. Zeker niet zodra een technologie het label ‘revolutionair’ krijgt. En dat is nogal vaak, want mensen in de toekomstindustrie hebben ook gezinnen die moeten eten en op vakantie willen. 

Het zou misschien niet zo erg zijn als ‘de voorspellers’  iets zouden weten van de impact van nieuwe technologie op de samenleving. Die is meestal relatief klein. Niet omdat technologieën de samenleving niet beïnvloeden, maar wel omdat alles altijd heel ingewikkeld is. Omdat we heel veel technologieën tegelijk gebruiken waardoor het nieuwe joch in de buurt – zeg Instagram, of chat gtp- wel íets veranderd, maar lang niet àlles. 

Er zijn wel technologieën die de samenleving ingrijpend veranderd hebben: het schrift, de stoommachine, elektriciteit, telecommunicatie. Die deden er allemaal erg lang, dat wil zeggen de uitvinding van tientallen concrete technische oplossingen, over voordat we de effecten merkten. Daarbij komt: ‘Generatieve AI’ past echt niet in dit rijtje. Het kan zich niet meten met de gloeilamp. Misschien wel met de CD speler, maar we weten hoe het daarmee is afgelopen.

Afijn. De kritiek van Rein de Wilde is dat de toekomstindustrie geneigd is om de relatie tussen technologie en de samenleving als monolitisch -een moeilijk woord voor eenduidig- voor te spiegelen. Er is één aspect van de nieuwe technologie die zo bijzonder is en zo succesvol – dat dit aspect onderdeel uit gaat maken van onze cultuur. ‘Sociale media gaan ons allemaal verbinden waardoor culturele verschillen tussen groepen in de samenleving als sneeuw voor de zon gaan verdwijnen’. Dat werk. 

Daar zijn twee dingen mis mee. Ten eerste werkt het zo niet. Elke nieuwe technologie werpt een subtiel net uit van dingen die er door veranderen worden, dingen die juist niet veranderen of juist versterkt worden. En alsof dat niet erg genoeg is passen we ons daar als samenleving ook nog op aan op allerlei verschillende manieren. Iedereen die denkt dat ze deze co-evolutie van technologie en samenleving precies kan voorspellen is een idioot. 

Ten tweede legt De Wilde haarfijn bloot dat de voorspellingen van mensen uit deze industrie nooit neutraal zijn. Ze grijpen in op bepaalde utopische ideeën over de samenleving, idealen die door technologie verwezenlijkt kunnen worden. Dat is een begrijpelijke gedachte, technologie dient om de dingen waar we van dromen waar te maken, maar doordat mensen uit de toekomstindustrie deze idealen presenteren als een onvermijdelijke ontwikkeling plaatsen ze die idealen buiten de discussie. 

Soms is dat: wat we willen met bepaalde technologie en vooral of we dat wel moeten willen, de kern van de de discussie die we zouden moeten voeren. Met Rein de Wilde, denk ik dat de retorische stijl van de toekomstindustrie deze discussie bemoeilijkt in plaats van bevorderd. In een notendop is dit dus mijn advies. Laat de toekomstindustrie links liggen en besteedt meer aandacht aan wenselijkheid van nieuwe technologie. Laten we, vandaag nog, de vraag of we generatieve AI wel willen eens centraal stellen.

Meer lezen?

Ik sprak over voorspellingen in peilingen. waarvooruitgang en in opdracht van de tijd.

Het boekje van Rein de Wilde is niet meer in druk, maar het is goed verkrijgbaar en de moeite van het lezen waard.