Onuitdrukbaarheid

“Er zijn geen woorden meer voor wat ik voel, ik heb geen woorden meer voor jou”. De Jazzpolitie zong het in de jaren 80 en in de liefde gebeurt het ons allemaal: dat we gevoelens ervaren die we als diep, waar en uniek zien – en die we, ondanks een overvloed aan liefdesliedjes, onmogelijk in woorden weten te vangen.

Maar de verliefden van deze wereld zijn niet de enigen die zich op onuitdrukbaarheid beroepen. Neem intuïtie. Intuïtie is een soort kennis die je niet gemakkelijk met anderen deelt, die mensen eerder “voelen” dan “denken” en waar, naast veel vrouwen, ook wiskundigen en ondernemers zich op beroepen. En je hebt de mystici. Mensen die via spirituele wegen, vaak door uitgebreide rituelen of zelfs met behulp van hallucinogene middelen, tot inzichten over het leven proberen te komen waarvan ze vervolgens claimen dat ze diep, waar en -helaas voor ons- onuitdrukbaar zijn.

Slaan die claims ergens op? Moeten we die hartstochtigen, genieën en zieners serieus nemen? Hebben ze echt kennis die niet in woorden uit te drukken is, of moeten we ze gewoon vragen een beetje beter hun best te doen? Over die vraag gaat dit blogje.

Is het brein of de taal de beperking?

Er zijn twee redenen te bedenken waarom dingen onuitdrukbaar kunnen zijn. De eerste is dat het brein niet alles kan bevatten omdat het daarvoor te beperkt is. Dit wordt gebonden betekenisgeving genoemd. De tweede reden is dat het brein juist meer dingen kan bevatten dan in taal uit te drukken is. Dit wordt het mystieke argument genoemd. In het eerste geval is het brein te klein, in het tweede geval de taal.

Laten we met het brein beginnen. De gedachte van gebonden betekenisgeving is vrij eenvoudig. Stel dat we het brein opvatten als een begrijpmachine. Is het dan redelijk te verwachten dat het brein werkelijk alles wat begrepen zou kunnen worden begrijpt? Vermoedelijk niet. Het brein heeft door de evolutie een structuur die het geschikt maakt voor bepaalde typen inzichten. Het kan dingen begrijpen die gelinkt zijn aan onze zintuigen en taal – en er zullen dus inzichten mogelijk zijn waar ons brein ongeschikt voor is, maar die door dolfijnen gretig worden uitgewisseld.

Toch gelooft niet iedereen in gebonden betekenisgeving. Er zijn filosofen die beweren dat gedachten los staan van de infrastructuur waar ze uit voort komen: gedachten zijn immers immaterieel. We breiden onze zintuigen ook steeds uit door meetinstrumenten te bouwen die dingen kunnen waarnemen waar wij ongeschikt voor zijn. Ons brein is misschien niet gebouwd om de relativiteitstheorie of quantummechanica te bevatten, maar door wetenschap en taal komen we een heel eind. Het tegenargument tegen gebonden betekenisgeving is dus dat taal een soort universele begrijpstof is die alle ideeën kan bevatten. Ook ideeën die ondenkbaar zijn.

Als de taal niet deugt…

Maar, die argumentatie zal slecht vallen bij de jazzpolitie, bezitsters van vrouwelijke intuïtie of de mystici. Zij zeggen juist dat taal niet toereikend is om de inzichten die hun breinen wel degelijk hebben te verwoorden. Dit wordt het mystieke argument genoemd.

Mystici gaan vaak zelfs zo ver dat ze als een certificaat van echtheid beschouwen als ze hun inzichten niet onder woorden kunnen brengen. Volgens Johannes de evangelist kun je een goddelijk inzicht herkennen aan het feit dat het niet empirisch van vorm is. Je kunt het niet uit de werkelijkheid afleiden en dus kun je het ook niet in woorden uitdrukken.

Zelf denk ik dat het certificaat van echtheid, naast het ware geloof ook voor échte liefde geld. Als je er woorden voor hebt lijkt het ineens minder echt. In de liefde zijn we allemaal mystici.

Bestaan de woorden niet of volstaan ze niet?

Hoe kan het dat we dingen kunnen weten die we niet in woorden kunnen vatten? Waarom hebben we de woorden niet? Er zijn opnieuw grofweg twee dingen die aan de hand kunnen zijn. Het kan zijn dat de woorden niet bestaan of dat de woorden niet volstaan.

Als de woorden niet bestaan zeggen filosofen dat een inzicht niet representeerbaar is. Het is een andere manier om te zeggen dat er te weinig woorden zijn. De logica is haast onontkoombaar. Een gemiddelde taal heeft ongeveer 50.000 woorden. Er zijn zijn oneindig veel dingen die je zou willen kunnen zeggen. Dus hebben we altijd te weinig woorden. Het probleem met deze redenering is natuurlijk dat talen niet àf zijn. Als de woorden er niet voor zijn kunnen we er woorden voor verzinnen. Ik denk dat er goede redenen zijn waarom mystici en verliefden dat niet doen, maar daar kom ik zo op.

Eerst het tweede probleem: als woorden niet volstaan. Dit word door filosofen het onuitvoerbaarheidsprobleem genoemd. De gedachte is dat er wel woorden zijn om de inzichten mee uit te drukken, maar dat er een of andere blokkade is om ze daadwerkelijk uit te spreken. Omdat het te omstreden is bijvoorbeeld, of te moeilijk, te beschamend of te triviaal. Je kunt het wel denken in woorden, maar je krijgt het niet over je lippen. Ik denk dat dit de kwaal waar de mystici aan leiden.

Hoe we nieuwe woorden maken….

Want als talen niet af zijn en er zijn ergens geen woorden voor dan kunnen we toch gewoon nieuwe woorden maken? Het ontstaan van nieuwe woorden vindt plaats in een proces dat conversational  grounding heet. Er zijn twee dingen voor nodig waar het de Mystici aan ontbreekt. Een gedeelde ervaring en de behoefte om samen te werken.

Fictief voorbeeld. Wij hebben thuis iets staan met een merkwaardige vorm dat àltijd in de weg staat. Mijn vrouw en ik proberen het huis een beetje opgeruimd te houden dus we kunnen elkaar helpen door het ding uit de weg te halen. Daarom willen we de ander kunnen vragen dat te doen en hebben we het een naam gegeven: stoel.

Het voorbeeld is een beetje flauw, maar de twee ingrediënten zitten er in. Mijn vrouw en ik moeten de stoel allebei kunnen zien en overtuigd zijn dat de ander hem kan zien – anders werkt het niet. Dit is de gedeelde ervaring. En we moeten er ook allebei belang bij hebben om er een woord voor te hebben: de behoefte om samen te werken aan een opgeruimd huis. Uit die twee ingrediënten: gedeelde ervaring en samenwerking ontstaat het woord vanzelf.

De mystieke ervaring is individueel….

Hier zit de crux bij de mystici. Mystici die veel moeite doen om een lijntje met God te openen zijn er meestal van overtuigd dat zij de enige zijn die dat lijntje hebben. Ze willen helemaal niet dat de ervaring die ze hebben breed gedeeld zijn. Zouden Mystici met andere Mystici samen gaan werken om God een goed de waarheid te vertellen. Dan zouden ze een taal ontwikkelen om te checken of iedereen God hetzelfde begrepen heeft. Mystieke ervaringen zijn niet zo zeer onuitdrukbaar, er is vooral geen behoefte om ze uit te drukken.

En hier zit ook de crux bij de verliefden. Ook zij beschouwen hun liefde als hoogst individueel. Iedereen vindt John een adonis, maar wat Marieke voor hem voelt is zo speciaal: daar zijn geen woorden voor. Op de werkvloer gaat het de hele dag over John maar die woorden zijn voor wat we sámen voor John voelen en die vallen dus af om Marieke’s unieke band met hem te beschrijven.

De woorden zijn er dus wel!

Dat maakt dat onuitdrukbaarheid eigenlijk geen vaststelling is, maar een bezwering en een uitsluitingsmechanisme.

Het is punt is niet zozeer zozeer dat mystieke gevoelens – over je relatie met God, je intuïtie voor een oplossing of je liefde voor de ander – niet in woorden uit te drukken zijn, het is meer dat we het niet willen. Zodra we woorden geven aan mystieke ervaringen verliezen ze hun unieke, individueel karakter. We willen niet dat er woorden voor zijn. Die woorden bestaan wel, maar ze volstaan niet omdat woorden gedeelde dingen zijn, precies het verkeerde gereedschap om iets unieks mee aan te pakken.

En dat is inderdaad de kern van “liefdesliedjes”. Volgens de Jazzpolitie zijn alle liefdesliedjes al geschreven, waardoor er geen woorden overblijven om hun unieke liefde voor jou uit te drukken.

Meer lezen?

Het idee van conversational grounding besprak ik uitgebreid in het blogje De taalpragmatiek van Herbert Clark. Het idee van gebonden betekenisgeving besprak ik eerder in kenvermogen. Ik schreef al over de relatie tussen taal en kennis in jargon en in betekenisdrift.

Voor dit blogje maakte ik gebruik van het boek Ineffability and Philosophy van André Kukla. Ik heb zijn analyse grofweg gevolgd, maar wel sterk vereenvoudigd. Hij maakt zelf overigens geen gebruik van het idee van conversational grounding als uitweg uit het probleem.

2 Comments

  1. Pingback: Complexiteit | Kennis in Actie

Plaats een reactie